Vlinders Eemland
Veel van hetzelfde + bijzondere soorten op De Stulp
30 augustus 2015, door Violet Middelman
Toen we vanmorgen wakker werden kwam de regen met bakken uit de lucht. Dat was niet de bedoeling! Het zou vandaag zo’n 28 graden worden… Gelukkig klaarde de lucht al snel op en steeg de temperatuur met rasse schreden. Wat zouden deze extremen vandaag voor invloed hebben op de dag- en nachtvlinders en de libellen?
Met een strakblauwe lucht liepen we de hei op, prachtig paars in bloei, een bedwelmende zoete geur en vele, vele bijtjes die op al dat lekkers af kwamen.
Naast alle snoepende en zoemende bijtjes zagen we enorm veel Gamma-uilen en grasmotten van hot naar her vliegen. Gek werden we er van. Er vloog van alles, maar bijna niets was op de foto te zetten omdat ze zo snel waren.
Gamma-uil - Autographa gamma (foto: Dick Nagelhout)
Ook gebeurde het regelmatig dat er een grote dagvlinder voorbij gesjeesd kwam. Op het moment dat je ze zag waren ze al weer tientallen meters verderop. Dat waren Atalanta’s, echte trekvlinders met een zeer krachtige vleugelslag. Prachtige vlinders om te zien! Soms zag je ze iets beter, dan hadden ze net een paar krachtige slagen gemaakt en kwamen ze al zwevend voorbij (op zo’n hoge snelheid dat je er nog steeds geen foto van kon maken). Gelukkig zat een enkele te snoepen van de Struikheide, waardoor deze wel op de foto te krijgen was.
Atalanta – Vanessa atalanta (foto: Remco Vos)
De meeste grasmotten lieten we voor wat ze waren, het was gewoon veel te warm en plakkerig om achter ze aan te rennen. We zagen echter ook wel vlindertjes die we niet eerder hadden gezien. Het waren vrij kleine, licht gekleurde vlindertjes met een roodachtig bandje over de vleugels. Het bleek om de Roodstreepspanner te gaan, een zeldzame trekvlinder waarvan elk jaar een paar exemplaren worden gezien. Wij zagen er vandaag drie!
Roodstreepspanner – Rhodometra sacraria (foto: Remco Vos)
Op de heide zelf zagen we weinig libellen, alleen - zoals het hoort - enkele heidelibellen en wat glazenmakers. Bij het Gentianenven aangekomen was het gelukkig wat drukker en zagen we wat meer soorten. Het ven was in juli bijna drooggevallen maar nu gelukkig weer goed gevuld. Al enkele jaren zien we er rond deze tijd een of twee – in Utrecht vrij zeldzame -Tengere grasjuffers. Deze keer zagen we er ook zeker twee. De slag om de arm is nodig omdat ze lastig te onderscheiden zijn van Lantaarntjes en ook weinig direct voor je neus gaan stilzitten. We zagen ook een paringswiel van lantaarntjes. We dachten eerst aan Tengere grasjuffers vanwege het verschil in grootte van de vleugeltipvlekjes van voor- en achtervleugels, maar bij nader inzien zie je bij het vrouwtje toch een lantaarntje.
Lantaarntje – Ischnura elegans, man, bovenkant alleen blauw op sectie 8, vleugeltipvlekjes zijn alle even groot. (Foto's: Dick Nagelhout)
Tengere grasjuffer – Ischnura pumilio, man, bovenkant blauw op sectie 9 en deels op sectie 8 (Foto's: Dick Nagelhout)
Paringswiel Tengere grasjuffers, het vleugeltipvlekje is op de voorvleugel groter dan op de achtervleugel (Foto: Dick Nagelhout)
Op de terugweg waren we oververhit en moe. Weinig zin nog om te zoeken naar beestjes.
De eikenbladen bleven echter wel onze aandacht trekken want de Hoefijzervlekmot zou hier toch ook voor moeten kunnen komen. In Soest hebben we van die soort sinds enkele jaren de meest noordelijke vindplaats, maar vandaag mochten we deze soort toch net iets noordelijker melden, op de Stulpheide te Baarn.
Hoefijzervlekmot – Tischeria decidua
Zie voor meer foto’s:
De Stulpheide in bloei (foto Violet Middelman)