2023-09-16 Nationale NachtvlinderNacht Groene Huis Amersfoort

Nationale Nachtvlinder Nacht Groene Huis Amersfoort

16 september 2023, door Violet Middelman & Remco Vos

 

Een Nationale NachtvlinderNacht zo laat in het seizoen, eigenlijk verwacht je dan een minimaal aantal soorten en koude avonden.

Het aantal soorten kan mee- of tegenvallen, dat weet je nooit van te voren. En het weer heb je ook niet in de hand. Maar half september is wel echt laat. De weergoden waren ons echter goedgezind, zo’n 26 graden overdag en minimum nachttemperatuur van 17 graden is zeker niet slecht voor deze tijd van het jaar.

Maakt allemaal niet uit, we zijn voor nachtvlinders altijd afhankelijk van de weersomstandigheden en die kunnen op elk moment wijzigen in ons mooie Nederland.

 

Na een korte inleiding, aan de bijna 30 belangstellenden, gingen de lampen aan en al snel kwamen de eerste beestjes op de lakens zitten.


Violet geeft een korte uitleg (foto Remco Vos)


Naast wat vliegen en muggen kwamen de eerste vlindertjes al snel op het laken zitten, onder andere een bladroller. Helaas was deze op basis van alleen een foto niet op naam te brengen. Er zijn namelijk twee soorten, de kaardebolbladroller (Endothenia gentianaeana) en de Scherpe kuifbladroller (E. marginana), die qua uiterlijk enorm op elkaar lijken. Er kwamen daarnaast wat palpmotten op het licht af die ook niet zo 1,2,3 op naam te brengen zijn. Omdat ook deze teveel qua tekening op elkaar lijken, namelijk de Bandpalpmot (Aproaerema larseniella) en de Brede bandpalpmot (A. taeniolella).


Op het smeer/wijnmengsel dat op de bomen was gesmeerd en gespoten, kwamen tijdens het eerste rondje dat gelopen werd, geen vlinders af. Wel vlogen er bij de struiken wat vlinders rond die met het net gevangen werden om daarna op het laken te worden gezet. Zo werden een Gestreepte goudspanner (Camptogramma bilineata), een Zwartbandspanner (Xanthorhoe fluctuata) en een Bleke kaartmot (Agonopterix arenella) gevangen.

 

Bleke kaartmot - Agonopterix arenella (foto Rremco Vos)


Echte najaarssoorten zijn de ‘gouduilen’, dit is een groepje van zo’n 10 soorten die onder de uilen (Noctuidae) vallen. De meeste imago’s van deze soorten vliegen vanaf medio augustus tot in september/oktober. Het was dan ook te verwachten dat 1 of meer van deze soorten ons laken zou bezoeken en dat was dus ook zo, ineens zat er een Essengouduil (Atethmia centrago) op het laken.


Essengouduil - Atethmia centrago (foto Remco Vos)

 

Een andere voorbode van de aankomende herfst, was de Maansikkeluil (Agrochola lunosa). Er zaten twee exemplaren op het laken en die waren heel verschillend qua uiterlijk. De variatie van kleur binnen deze soort is groot, die varieert van lichtgeel, oranje, bruin tot zwart. Het is dus goed opletten of het deze soort is, of toch een andere soort. Als imago zijn ze in september en oktober te vinden.


Maansikkeluil - Agrochola lunosa (foto Remco Vos)

 

Eén van de kleinste vlindertjes die er in Nederland rondvliegt is de Paardenkastanjemineermot. De imago’s hebben een spanwijdte van zo’n 9 mm. De rupsjes van deze soort zorgen voor de vele bruine vlekken op de bladeren van de kastanjebomen. Soms tot wel tientallen per blad, als je dan bedenkt dat in ieder blad van de boom meerdere rupsjes zitten. Hoeveel zouden er dan op 1 zo’n boom kunnen zitten? Laat staan als je een hele laan hebt met deze bomen…? Maar gelukkig schaden ze de boom verder niet.


Paardenkastanjemineermot  - Cameraria ohridella (foto Remco Vos)


Dat de meeste nachtvlinders niet saai zijn, blijkt wel door deze mooie groene vlinder die op het laken kwam zitten. In eerste instantie dachten we dat dit een Zilveren groenuil (Pseudoips prasinana) was, maar bij nader inzien bleek het de Grote groenuil (Bena bicolorana) te zijn. Een soort die wij tot nu toe niet eerder in Nederland gezien hadden, in tegenstelling tot de Zilveren groenuil, die wij jaarlijks meerdere malen zien. Deze twee soorten lijken veel op elkaar, maar er zijn verschillen, hieronder beschrijven we enkele daarvan.


Bij de Grote groenuil is de beharing van het borststuk (thorax) minder dan bij de Zilveren groenuil en de bovenste lijn loopt bij de laatste soort door tot in de kopbeharing. De Grote groenuil heeft twee dwarslijnen en de Zilveren groenuil 3 banden. Soms, met name in de tweede generatie, is de onderste dwarslijn niet altijd duidelijk zichtbaar.


Grote groenuil - Bena bicolorana (foto Remco Vos)

 

Naast de wat grotere soorten kwamen er ook twee kleine kleurrijke vlindertjes op het laken zitten, de Triangelmot en de Tweelijnmot. Beide zijn heel algemene soorten en kennen een lange vliegtijd, vanaf mei tot in oktober. Over de leefwijze van de rupsen is weinig bekend, mogelijk hebben beide soorten een voorkeur voor plantaardige detritus, zoals dode bladeren, hooi en vogelnesten, waarin zij in een zijden spinsel leven(1).


Tweelijnmot - Hypsopygia glaucinalis en Triangelmot - Hypsopygia costalis (foto Remco Vos)

 

Helaas kwam er al heel vroeg een regenfrontje over Amersfoort heen, de wind stak op en de voorspellingen gaven behoorlijke buien aan. Daarom hebben we, uit voorzorg, voor elf uur de lampen al uit gezet. Maar in de korte tijd dat de lampen aanstonden, zagen we bijna 50 soorten op het laken en in de omgeving. Er kwam helaas bijna geen soort op het smeer zitten, alleen een huismoeder en een piramidevlinder lieten zich ertoe verleiden, maar daar bleef het dan ook bij.

Al met al een geslaagde avond omdat we de bezoekers een leuke avond hebben kunnen bezorgen en toch nog aardig wat soorten vlinders op de lakens konden verwelkomen.

 

Het was zowel rondom, als op de lakens lekker druk (foto Violet Middelman)

 


 

We hebben deze avond nog veel meer soorten gezien, zie hiervoor onderstaand overzicht