Vlinders Eemland
Soesterveen 2023, een jaartje in nachtvlindervlucht
31 december 2023, door Violet Middelman & Remco Vos
In 2023 hebben we in het Soesterveen weer inventarisaties naar nachtvlinders gedaan. Doordat het gebied het laatste hoogveengebied in de Provincie Utrecht is en enkele jaren een uitbreiding is geweest blijft het uitermate interessant om de ontwikkelingen te volgen. Naast onze inventarisaties zijn we in de winterperiode ook eenmaal per maand te vinden in het Soesterveen om dan met een grote groep vrijwilligers, (waar er nooit genoeg van kunnen zijn, dus laat het ons weten als je dit ook wilt).
Op deze ochtenden vinden wij vaak wel vlindertjes, zoals de kameleonbladroller (Acleris hastiana) of het diamantborsteltje (Acleris cristana), beide soorten overwinteren als imago. Zo gingen we tijdens een van deze werkdagen begin februari de ‘sigaren’ van de lisdodde eens uitpluizen om te kijken of daar wat in te vinden was, en ja hoor, daarin troffen we meerdere rupsjes van het lisdoddeveertje aan. Het imago hadden we al wel vaker gezien, maar we hadden nog niet eerder naar de rupsjes gezocht.
Lisdoddeveertje - Limnaecia phragmitella (foto Remco Vos)
Een soort die wij nog niet eerder in het Soesterveen gezien hadden, is de lisdoddeboorder, maar op 8 juli kwam daar verandering in toen we deze op het laken zagen zitten. De rupsen leven in de stengels van lisdodde, ze zijn te vinden in de periode van april tot juli. De imago’s vliegen vanaf eind juni tot eind oktober en overwintering vind plaats als ei. Dit jaar zagen nog een andere soort in dit gebied voor het eerst, die mogelijk als waardplant ook lisdodde heeft, op 18 juni zat de geelbandboegsprietmot (Monochroa lucidella) op het laken. Leuk om te zien dat zo’n plant dus de voedselbron voor meerdere soorten nachtvlinders is.
Lisdoddeboorder - Nonagria typhae (foto Remco Vos)
Op 8 juli zagen we een andere micro ook voor het eerst in het Soesterveen, de rietstreepmot. Een zeldzame soort, waarvan ook niet veel waarnemingen in provincie Utrecht zijn. De imago’s vliegen vanaf eind juni tot eind augustus.Als waardplanten worden onder andere genoemd; is (Iris) en liesgras (Glyceria maxima), bies (scirpus), egelskop (Sparganium), waarbij de laatste de belangrijkste is. De rupsjes maken eerst een klein gangetje in de bladeren en in een later stadium leven ze in de stengel of wortelstok.
Rietstreepmot - Orthotelia sparganella (foto Remco Vos)
In het Soesterveen zijn in de zomer de gele bloemen van de Grote wederik (Lysimachia vulgaris) te zien, daarop zijn, vanaf juni tot in oktober, mogelijk de rupsen te vinden van de wederikdwergspanner. Deze hebben wij nog niet gevonden, maar wel het imago. Die vliegen, in twee generaties, vanaf begin mei tot in september. In 2018 en 19 zagen we deze soort ook in het Soesterveen en nu na vier jaar dus weer. Het is een vrij zeldzame soort en ook deze wordt in de provincie Utrecht niet heel vaak gezien, maar het Soesterveen is blijkbaar een geschikte plek.
Wederikdwergspanner - Anticollix sparsata (foto Remco Vos)
Steltmotten zijn vrij kleine vlindertjes, die altijd heel parmantig, op het laken zitten. Dit jaar zagen we verschillende soorten in het Soesterveen, op het licht kwamen de wilgensteltmot (Caloptilia stigmatella), goudvleksteltmot (Caloptilia alchimiella) en de grauwe steltmot af. Als mineerder zagen we op de bladeren van Els (Alnus) de bruine elzensteltmot (Caloptilia elongella). De grauwe steltmot hadden wij in de provincie Utrecht nog niet eerder gezien en dus ook niet in het Soesterveen. De rupsen leven op Liguster (Ligustrum), Franse sering (Syringa persica) en gewone es (Fraxinus excelsior), eens zien of we de mijnen in de toekomst ook nog eens kunnen vinden.
Grauwe steltmot - Caloptilia cuculipennella (foto Remco Vos)
Een rietgrasuil zat op 18 juni op ons laken, deze soort had zich ook niet eerder in het Soesterveen aan ons getoond, we hadden deze al wel enkele malen in onze eigen tuin en op de Vliegbasis Soesterberg gezien. De rupsen leven van september tot in maart op rietgras en bochtige smele, en overwinteren in strooisellaag of op een beschutte plaats. Op 8 juli zagen we ook de bosgrasuil voor het eerst in het Soesterveen, deze hadden we pas één keer eerder gezien, in 2018 op Landgoed de Paltz. De rupsen van deze soort leven op diverse soorten grassen, zoals oa. kortsteel en veldbies. De rupsen zijn te vinden in de periode van augustus tot mei, en ze overwinteren als rups dicht bij de grond. Beide soorten hadden we dus nog niet eerder gezien in het Soesterveen.
Rietgrasuil - Apamea unanimis & Bosgrasuil - Apamea scolopacina (foto Remco Vos)
De dwergvedermot zien we vaker in het Soesterveen, al een aantal maal hebben we deze op ons laken gezien, Maar de mijnen en rupsen zijn op zich ook vrij eenvoudig te vinden, dit kan door in het najaar/winter naar de stengels van koninginnekruid te kijken. Je kan dan mogelijk een verdikking en kleine gaatjes in de stengel vinden die verraden dat er mogelijk in rups in zit of heeft gezeten. Op 16 december, toen we weer met de vrijwilligers aan het werk waren in het veen, vonden we in een stengel gaatjes en een rupsje.
Dwergvedermot- Adaina microdactyla, imago + rups + mijn (foto Remco Vos)
In 2023 hebben we in dit gebied 284 soorten nachtvlinders gezien, meer dan we in de afgelopen jaren gezien hebben. Hier zaten 36 nieuwe soorten bij en het totaal aantal soorten dat wij tot en met 2023 in het Soesterveen gezien hebben is hierdoor uitgekomen op 635.
We danken Natuurmonumenten voor het verstrekken van de vergunning zodat we deze inventarisaties in het gebied konden doen.
Wilgenhoutrups - Cossus cossus (Foto Remco Vos)
Geraadpleegde bronnen o.a.
https://www.vlinderstichting.nl/vlinders
http://www.lepiforum.de/lepiwiki.pl