2017-04-29 Geen Oranjetipjes

Geen Oranjetipjes op Op Hees

29 april 2017, door Violet Middelman


Zoals we al een paar jaar rond eind april/begin mei doen, gingen we vandaag naar het gebied Op Hees in Soest in de hoop er weer Oranjetipjes aan te treffen. Het eerste dat ons opviel was dat behalve dat de zon niet scheen, er ook verrekt weinig Pinksterbloemen stonden. En de plantjes die er stonden zagen er een beetje armetierig uit. Het was met zo’n 13 graden en zonder zon ook niet echt lekker vlinderweer, maar goed, met een beetje mazzel zou de zon nog door komen. En wie weet wat we verder nog aan leuke beestjes zouden tegenkomen.


Als eerste zagen we een vrouwtje van de Pinksterbloemlangsprietmot - Cauchas rufimitrella

Bij gebrek aan vliegend spul begonnen we de blaadjes van de bomen maar af te speuren in de hoop er wat mijnen en rupsen te vinden. Een rups van de Grote wintervlinder - Erannis defoliaria zat op een berkenblaadje, net als heel veel luizen en verschillende snuitkevertjes. En mijntjes van de Variabele purpermot - Eriocrania semipurpurella.


Pinksterbloemlangsprietmot (vrouwtje) - Cauchas rufimitrella. (foto Remco Vos)


Toen het zonnetje even doorkwam zag je gelijk overal vlinders vliegen. Voornamelijk Klein geaderd witjes en Citroenvlinders. Twee witjes vlogen achter elkaar aan en dwarrelden samen neer in het gras. Paring? Ja hoor! Het mannetje had nog niet genoeg rust in zijn kont en vloog, met het vrouwtje onder hem hangend, een stukje verder. Ze landen in het gras om kort daarna weer op te stijgen, naar grote hoogte deze keer. We bleven ze volgen en toen ze uiteindelijk weer in het gras gingen hangen konden we ze eindelijk op de foto zetten.


Klein geaderd witje (paring) - Pieris napi (foto Violet Middelman)


Op het moment dat de zon verdween, verdwenen ook gelijk alle vlinders weer naar hun schuilplekjes. En we hadden nog geen Oranjetipje gezien… Na een tijdje zonder zon en vlinders besloten we maar een eind aan de inventarisatie te maken. Bij het hek stonden we nog wat te kletsen en een Vlierstruik werd nog even afgespeurd. Hé, daar zat een vlinder! Een zomervlinder, maar welke soort? We kwamen uit op de Melkwitte zomervlinder- Jodis lactearia. Dit is een algemene nachtvlinder van voornamelijk de duinen en de zandgronden van het binnenland.


Melkwitte zomervlinder – Jodis lactearia (foto Violet Middelman)


Terwijl iedereen de vlinder op de foto zette en gezellig verder kletsten, speurden we ook nog even wat boomstammen van de beukenlaan af. Een mooi motmugje, meerdere Sigaarzakdragers en Gewone zakdragers en een Platybunus pinetorum (hooiwagen) waren de opbrengst. De Platybunus pinetorum is een zeldzame soort. Sinds 2012 zijn we deze soort al enkele malen tegengekomen, er zit dus zeker een populatie. Dit is (samen met Rilaena triangularis) de enige grote, langpotige soort die in het voorjaar volwassen is. De juvenielen overwinteren. Ze zitten in het strooisel en onder hout en stenen. De volwassen dieren zitten vooral tegen boomstammen en hoger in de vegetatie, bijvoorbeeld op brandnetels, aan vochtige bosranden.

Een ander interessant fenomeen is de zeer scheve verhouding tussen het aantal waargenomen mannetjes en vrouwtjes. In Nederland zijn alleen mannetjes bekend van een drentse populatie. Alle overige waarnemingen zijn van vrouwtjes. Waarschijnlijk zijn de Nederlandse populaties hoofdzakelijk parthenogenetisch, wat betekent dat vrouwtjes zonder bevruchting eieren kunnen leggen, die dan genetisch identiek aan de moeder zijn. Hoe het precies zit, is tot nu toe niet duidelijk. Al met al dus een zeer interessante soort om te blijven volgen!


Bron: Waarneming.nl

Platybunus pinetorum (waarschijnlijk een dame) (foto Remco Vos)


Op het moment dat we de aftocht wilden blazen kwam toch de zon weer door de wolken heen en fladderde er weer van alles rond. Naast de Klein geaderde witjes en citroenvlinders zagen we ook Dagpauwogen, een Gehakkelde aurelia en een Landkaartje. Kijk, dat maakte de dag toch nog een beetje goed!

 

Landkaartje - Araschnia levana


De zon verdween weer achter de wolken, we  stopten met de excursie in het weiland. We besloten om zelf nog even naar de overkant te gaan om een korte inventarisatie in het Soesterveen te doen.

De naastgelegen weilanden die vorig jaar door Natuurmonumenten zijn aangekocht stonden vol met Pinksterbloemen, en ook veel mooier dan die in het weiland waar we eerder hadden gezocht. Maar de zon bleef achter de wolken verstopt, dus er vloog ook geen vlinder rond. Misschien morgen nog eens kijken als we tijd hebben? Wel zagen we een Vuurjuffer die stilletjes op een zuringblad zat.


Vuurjuffer - Pyrrhosoma nymphula


In het Soesterveen zelf zagen we tientallen, honderden mijntjes van purpermotten, voornamelijk de Variabele purpermot - Eriocrania semipurpurella maar ook meerdere van de zeldzame Grijsrupspurpermot - Eriocrania sangii

Op jonge berkjes troffen we zeker een stuk of 10 rupsjes van de Bruine metaalvlinder - Rhagades pruni.Normaal treffen we deze rupsjes op Struikeheide en Dopheide, maar in het Soesterveen lijkt het wel alsof ze als jonge rupsjes voorkeur hebben voor de berkjes als waardplant.


Bruine metaalvlinder - Rhagades pruni


Zie hier voor meer foto’s:



Pinksterbloemen