2013-11-17 Zoeken naar wintervlinders op De Stompert

Zoeken naar wintervlinders op De Stompert

17 november 2013, door Violet Middelman


De winter nadert, dus men zou verwachten dat het met de vlinders wel gedaan is. Er zijn echter ook nachtvlinders die zich prima thuis voelen in de koude periode van het jaar. Er zijn nachtvlinders die juist in het najaar vliegen en zich voortplanten, maar ook vlinders die de winter prefereren. Van deze 'wintervlinders' hebben de vrouwtjes gereduceerde vleugels; kleine stompjes waar niet mee te vliegen valt.

Vandaag gingen we op zoek naar deze vlinders. We zochten de boomstammen af en al snel hadden we de eerste vlinder gevonden.


Berkenwintervlinder - Operophtera fagata (man) (Peter van der Wijst)


Er zijn een aantal soorten vlinders waarvan de vrouwtjes sterk gereduceerde vleugels hebben; de vleugeltjes zijn zo klein dat ze niet kunnen vliegen. Als ze uit de pop komen klimmen ze omhoog, zoeken een lekker plekje om te gaan zitten en lokken de mannetjes, die wel kunnen vliegen, met hun feromonen (lokstof die de mannetjes op afstand ruiken en er door worden aangetrokken). Het zijn vreemde wezentjes om te zien, en je herkent er maar met moeite een vlinder in.

Berkenwintervlinder - Operophtera fagata (vrouw) (Peter van der Wijst)


Bij de heide aangekomen werd er door Remco een rups van een Hageheld - Lasiocampa quercus gevonden, prachtig bedekt met dauwdruppels. Al snel zagen we meer en meer rupsen, allemaal net zo mooi.


Hageheld - Lasiocampa quercus (Dick Nagelhout)


Tussen al deze rupsen was er nog meer te vinden op de Struikheide. Bettie zag een zwart dingetje aan de hei hangen en vroeg aan Remco of er ook zwarte zakdragers bestonden. Jazeker, de Gestreepte heidekokermot. En ja hoor, het zwarte friemeltje bleek inderdaad een kokertje met rups van deze soort te zijn. Goed gevonden, want echt opvallen doet deze soort niet.


Gestreepte heidekokermot - Coleophora pyrrhulipennella (Remco Vos)


Een deel van de heide was bruin door de aanwezigheid van het Heidehaantje. Het Heidehaantje is een kleine kever, en de larven voeden zich met de sappen van de Struikheideplanten. De hei kleurt daardoor bruin i.p.v. mooi paars en sterft vaak af. De larven van het Heidehaantje zijn het favoriete eten van het (zeldzame) Hiërogliefenlieveheersbeestje. Terwijl ik dit verhaal vertelde zag ik een klein zwart lieveheersbeestje zitten. Het leek een ‘melanistisch’ Hiërogliefenlieveheersbeestje te zijn, een afwijkende, zwarte vorm van deze soort. Als je heel goed keek vielen de oranje ‘wangen’ / halsschilden op. En dat duidde er op dat we hier niet te maken hadden met een Hiërogliefen- maar met een Zwart lieveheersbeestje. Beide soorten zijn zeldzaam.


Zwart lieveheersbeestje  - Exochomus nigromaculatus (Peter van der Wijst)


Tijdens het afspeuren van een grote beukenstam zag ik onderaan iets zitten wat leek op een stukje blad dat per ongeluk tegen de stam aan was geplakt. Ervaring deed me echter nogmaals kijken: het waren stukjes blad die tegen elkaar waren aangeplakt, daartussen bevond zich een rupsje. Het was het huisje van het rupsje van een Gewone witvlekmot. De rups snijdt telkens een nieuw kapje uit het blad wat hij weer onder het eerdere laagje plakt. Op deze manier groeit zijn ‘huisje’ mee met de grootte van het rupsje.


Gewone witvlekmot - Incurvaria masculella (Remco Vos)


Na nog wat rupsen van de Hageheld kwamen we weer terug bij de parkeerplaats. Voordat we de inventarisatie beëindigden zochten we eerst nog even snel een paar betonnen paaltjes af op de (zeldzame) Knopzakdrager. Al snel hadden we deze goed gecamoufleerde microvlinder-rups met eigen huisje gevonden.

.

Knopzakdrager - Bacotia claustrella (Remco Vos)


Zie voor meer foto’s:

Alma Dijkgraaf

Dick Nagelhout

Peter van der Wijst

Remco Vos en Violet Middelman


En omdat ze zo mooi waren sluiten we af met een bedauwde rups van de Hageheld.

Hageheld - Lasiocampa quercus (Peter van der Wijst)