2011-08-28 Meest noordelijke waarneming van de Hoefijzervlekmot!

Meest noordelijke waarneming van de Hoefijzervlekmot!

28 augustus 2011, door Violet Middelman


Het einde van het zomerseizoen, een zeer regenachtige zomer wel te verstaan. Ook vandaag begon de inventarisatie met een lichte miezerregen, maar daar lieten wij ons niet door uit het veld slaan. Een beetje IVN-er kan wel tegen een buitje, dus bikkels als we waren begonnen we opgewekt aan een rondje speuren. Er was weinig te zien, op een paar geparasiteerde rupsjes na. Remco stond te wapperen met een eikenblaadje: er zat een "mijn" in het blaadje.


Een mijn wil zeggen dat een larfje in het blad een gang of grote vlek heeft gemaakt, waar het beestje in leeft. Het kunnen larven van o.a. vliegen of kevers zijn, maar ook rupsjes van vlinders. Deze vorm kenden we nog niet; het larfje had een cirkel uit de bovenzijde van het blad gesneden en lag er los op, het rupsje zat in dit rondje. Dit moesten we thuis gaan uitzoeken, we konden er zo geen naampje aan geven.


Iets verderop zagen we meerdere grote, harige rupsen, de rupsen van de Veelvraat (nachtvlinder) en ook een verse vlinder van het Klein geaderd witje liet zich vandaag mooi zien.


Klein geaderd witje - foto:Remco Vos


Op hetzelfde stukje zagen we meerdere uitgebloeide exemplaren van de Brede wespenorchis en we zagen aan de grassen en struikheide rustende Hooibeestjes zitten. Het was te kil en nat voor ze om op zoek te gaan naar nectar of een partner dus hingen ze daar maar wat. Het regende niet de hele tijd, maar voor de vlinders wel te regelmatig om hun energie te verspillen. Wij vonden het niet erg omdat we ze nu makkelijk konden bekijken. We vonden nog twee micro-vlinders en een enkele rups, maar veel was het niet.


Hooibeestje - foto: Remco Vos


Een donkere lucht kwam steeds dichter bij en we besloten een eind aan de inventarisatie te breien. Het eindpunt was bij restaurant het Soester Hoogt. Toen we daar bijna waren barstten de donkere wolken open: we kregen een flinke regenbui over ons heen. In het restaurant konden we een beetje opdrogen en opwarmen onder het genot van een hapje en een drankje. Thuis gekomen begon de zoektocht naar de naam van de larve in het rond uitgesneden stukje eikenblad. Waarschijnlijk ging het om de zeldzame Hoefijzervlekmot – Tischeria decidua. We kregen de bevestiging van Dr. Willem N. Ellis, de autoriteit op het gebied van bladmineerders (die dus ‘mijnen’ in bladeren maken).

Hij schreef ons:


Beste Violet en Remco

Dat is geweldig leuk nieuws! Jullie determinatie is helemaal in orde. In de eerste plaats natuurlijk door die losse cocon, maar ook de kleur past helemaal: niet dat melkige van ekebladella, en evenmin de kleur van geklopte baksteen van dodonaea. Tot nog toe kennen we de soort uit de omgeving van Tilburg (daar is hij echt niet zeldzaam) en in de omgeving van Roermond (daar heb 'm ik er dit jaar op twee plekken gevonden). Jullie volstrekt zekere waarneming is een enorme stap noordwaarts! vriendelijke groeten – Willem


Op deze druilerige dag hebben we dus toch een mooie vondst gedaan; de meest noordelijke waarneming van de Hoefijzervlekmot tot nu toe!


Detail - Hoefijzervlekmot: mijn - foto: Remco Vos


Links:

•    Foto’s Remco en Violet

•    meer info over bladmineerders (Nederlandse site)

•    meer info over bladmineerders (Belgische site)


Hoefijzervlekmot: mijn - foto: Remco Vos