Heivlinder

Heivlinder - Hipparchia semele


Voorkomen: De heivlinder heeft een voorkeur voor open en afwisselend heidelandschap; in uitgestrekte paarse heidevelden komt de soort niet voor. Een vrij schaarse standvlinder die voorkomt op de hogere zandgronden in het binnenland en in de duinen.


Uiterlijk: De bovenkant van de vleugels is grijsbruin met een brede oranje band. Bij het vrouwtje is de oranje tekening op de bovenkant uitgebreider en contrastrijker dan bij het mannetje. De onderkant van de voorvleugel heeft een oranje grondkleur.


 

Voorvleugellengte: 21-25 mm

 

Foto’s


Gelijkende soorten: Kleine heivlinder

 

Vliegtijd: Eind juni-begin september in één generatie.

 

Rups: Begin september-eind juni. De rupsen eten vooral 's nachts en verbergen zich overdag in graspollen. De soort overwintert als halfvolgroeide rups. De verpopping vindt plaats in een kleine holte in de grond, die door de rups met een zijden spinsel bedekt is.

 

Waardplanten: Vooral schapengras; ook andere grassen die in schrale graslanden voorkomen, zoals struis- en zwenkgrassen.

 

Locaties in Eemland: Diverse natuurgebieden in Soest

 

Link:

Vlindernet

 

Bron: www.vlindernet.nl