Geelsprietdikkopje

Geelsprietdikkopje - Thymelicus sylvestris


Voorkomen: Een vrij schaarse standvlinder die vooral voorkomt in het oosten van het land (vooral Drenthe, de Veluwe en Zuid-Limburg); in de duinen en op kleigrond schaars. Het verspreidingsbeeld wordt gedeeltelijk vertroebeld door verkeerde determinaties (vaak verwarring met het zwartsprietdikkopje).


Uiterlijk: De vleugels zijn lichtbruin tot geel zonder tekening op de bovenkant van de vleugels. De geurstreep van het mannetje loopt niet evenwijdig aan de aders op de voorvleugel. Op de onderkant van de voorvleugel heeft de vleugelpunt vaak een andere kleur (groenbruin) dan de rest van de vleugel. De onderkant van de sprietknop is geelbruin.

 

Voorvleugellengte: 12-15 mm

 

Foto’s


Gelijkende soorten: Zwartsprietdikkopje

 

Vliegtijd: Van half juni tot eind augustus in één generatie.

 

Rups: Vanaf half augustus tot eind juni. De soort overwintert als pas uitgekomen, nuchtere rups in een individueel coconnetje.

 

Waardplanten: Diverse breedbladige grassoorten die al in het voorjaar voedzame scheuten hebben, zoals geknikte vossestaart, gestreepte witbol, gladde witbol, timoteegras en pijpenstrootje.

 

Locaties in Eemland: Vliegbasis, De Paltz, De Stompert, De Stulp, Lange Duinen

 

Link:

Vlindernet

 

Bron: www.vlindernet.nl