Bont zandoogje

Bont zandoogje - Pararge aegeria


Voorkomen: Het bont zandoogje neemt de laatste jaren zowel in aantal als in verspreidingsgebied sterk toe. Een algemene standvlinder die zich in de twintigste eeuw sterk uitgebreid heeft. Het bont zandoogje komt tegenwoordig verspreid over het hele land voor zolang er maar een paar bomen en struiken staan.


Uiterlijk: De bovenkant van de voorvleugel is donkerbruin met een geeloranje vlekkenpatroon en een witgekernde zwarte oogvlek. Op de bovenkant van de achtervleugel bevinden zich drie of vier witgekernde zwarte oogvlekken.

 

Voorvleugellengte: 19-22 mm

 

Foto’s


Gelijkende soorten: -

 

Vliegtijd: Eind maart-eind oktober in drie overlappende generaties.

 

Rups: Half mei-half september. De groeisnelheid van de rupsen verschilt onderling aanzienlijk; sommige rupsen groeien wel drie keer zo snel als andere. De soort overwintert gewoonlijk als pop, maar een gedeelte van de rupsen die na half augstus uit het ei komen, gaat als rups de winter in.


 Waardplanten: Diverse grassen waaronder kweek, kropaar, witbol, boskortsteel en reuzenzwenkgras.


Nectarplanten: De vlinders voeden zich met honingdauw, sap van vruchten en bloedende bomen en met nectar van onder andere braam.

 

Locaties in Eemland: Overal te zien

 

Link:

Vlindernet

 

Bron: www.vlindernet.nl