2022-04-24 Witvlekmotten

Drie soorten Witvlekmotten op één dag

24 april 2022 / 10 mei 2023, door Violet Middelman & Remco Vos

 

Het is in Nederland mogelijk om zes soorten witvlekmotten (Incurvariidae) te zien. Daarnaast is er nog één andere soort, maar die is sinds de periode 1990-1999 niet meer gezien . Maar drie soorten imago’s van deze familie op één dag vinden in één gebied was ons nog niet eerder gelukt. Dit zal mogelijk deels komen door de afwijkende vliegtijden, en deels door verschillende biotopen en waardplanten die de soorten hebben. Enkele in deze familie zijn zeer zeldzaam en worden maar weinig tot zelden gezien.


Op 22 april, de verjaardag Remco, ging hij naar de Vliegbasis Soesterberg om een ochtendje lekker te speuren naar nachtvlinders. Naast de gebruikelijke diverse soorten zakdragers en de in deze tijd veel voorkomende imago’s van een aantal vouwmotten (zie dit artikel) was er meer leuks te zien.

 

De laatste maanden zagen wij al enkele malen samengeplakte (beuken)blaadjes van de Gewone witvlekmot op de stam van een beuk zitten, maar het imago hadden we dit jaar nog niet gezien. Tot vandaag, er vloog er eentje in de lucht en met een welgemikte zwaai met het vlindernet was deze gevangen. Nadat de foto gemaakt was, vloog de vlinder weer weg.


Vaak zitten deze vlindertjes ook op de bladeren te rusten en zijn daardoor redelijk makkelijk te vinden en te fotograferen. Deze vlindertjes hebben duidelijke witte vlekken op de vleugels en gele kopbeharing. De mannetjes hebben geveerde antennen, dit in tegenstelling tot de vrouwtjes die alleen een sprietvormige antenne hebben.


Imago (mannetje) Gewone witvlekmot - Incurvaria masculella (foto Remco Vos)


De rupsjes van de Gewone witvlekmot hebben verschillende waardplanten zoals haagbeuk, kastanje, hazelaar, beuk, eik, roos en linde. De jonge rupsjes, in mei-juni, mineren in een blaadje en maken daar later een uitsnede in. Ze laten zich op de grond vallen om verder te eten en te groeien. Het zakje zal naargelang de rups groeit eveneens groter moeten worden, dus maken zij steeds weer een wat grotere uitsnede uit een blad dat ze op het eerdere blaadje vastplakken. Het rupsje kan in het zakje keren en zo aan de andere zijde weer zijn kop en lijf eruit steken en dan verder gaan met lopen in tegengestelde richting. De zakjes met volgroeide rupsjes zijn ook in het najaar te vinden en na de winter zullen ze pas gaan verpoppen.


Zakje Gewone witvlekmot - Incurvaria masculella (foto Remco Vos)


Rupsje (met zakje) Gewone witvlekmot - Incurvaria masculella (foto Violet Middelman)

 

Op de bladeren van de berkjes zaten meerdere exemplaren van de Berkenbladsnijdermot te rusten. Deze zijn daardoor goed op de foto te zetten. De mannetjes hebben geveerde antennen en de vrouwtjes niet. Deze vlindertjes hebben wat minder duidelijke witte vlekken dan de Gewone witvlekmot, die soms maar heel vaag te zien zijn. De kopbeharing is lichtgeel/-oranje tot soms donker gekleurd.


Imago vrouw Berkenbladsnijdermot - Incurvaria pectinea  (foto Remco Vos)


De jonge rupsjes van de Berkenbladsnijdermot zijn binnenkort (in mei) in de berkenblaadjes te vinden, ze zitten vaak met velen in één blad. Ze beginnen met het maken van kleine ronde blaasmijntjes met een diameter van zo’n 4-5 mm. De rupsjes maken een uitsnede in de blaasmijn en ze laten zich in de uitsnede op de grond vallen. Ze eten dan dood bladstrooisel of levende bladeren en hun huisje wordt ondertussen vergroot of vervangen als dat nodig is. Als je geluk hebt vind je de bladeren met de rupsjes, maar ook de blaadjes met de verlate mijnen zijn te determineren aan de hand van de achtergebleven sporen. Zie dit stukje wat we eerder geschreven hebben over onder andere deze soort.


Imago man Berkenbladsnijdermot - Incurvaria pectinea (foto Remco Vos)


Bij, met name jonge, beuken vlogen er, op 22 april 2022, een aantal kleine vlindertjes rond. Deze gingen wat minder vaak zitten dan de andere soorten die hiervoor beschreven zijn, maar gelukkig waren ze wel eenvoudig met het vlindernet te vangen. Waardoor het alsnog mogelijk is om een bewijsfoto te kunnen maken. Het waren de vlindertjes van de Beukenbladsnijdermot. Bij deze soort ontbreken de witte vlekken op de vleugels en is de kop duidelijk geel behaard. Zeker meer dan twintig exemplaren van deze vrij zeldzame soort zag ik die ochtend rondfladderen of zitten bij de beukenboompjes.


Van deze soort hebben wij de mijnen en rupsjes nog niet gevonden, maar we weten nu waar we deze de komende tijd zeer waarschijnlijk kunnen gaan vinden.


Imago Beukenbladsnijdermot - Incurvaria koerneriella (Foto Remco Vos)

 

Nu een maand later na de vondst van de vele imago’s, zijn we op zoek gegaan naar de mijnen en rupsjes van de Berken- en Beukenbladsnijdermot. De rupsjes en mijnen van de Berkenbladsnijdermot vonden we het eerst, op 14 mei 2022 op de Stulpheide en in enkele andere gebieden in de week erna nog veel meer. Soms wel meer dan bladeren die vol zitten met mijnen en rupsjes, soms de gaten door de uitsnede die de rupsjes hebben gemaakt. Dus vonden we vele honderden rupsjes in al die bladeren!!


Foto mijn + rupsjes Berkenbladsnijdermot - Incurvaria pectinea (Foto Remco Vos)

 

Weer iets later, op zaterdag 21 mei, ging ik naar de plek waar ik al die imago’s van de Beukenbladsnijdermot had gezien, daar zou ik de mijnen toch moeten kunnen vinden? En ja hoor, vele tientallen mijnen en rupsjes waren er te vinden. Nog wel klein, maar ze zullen al snel groter worden denk ik. Daarna zullen ze een uitsnede in het blad maken en op de grond vallen om verder te leven.

Foto mijn + (dode?) rupsjes Beukenbladsnijdermot - Incurvaria koerneriella (foto Remco Vos)

 

 

Links:

http://www.microvlinders.nl/soorten/thumbnail_index.php?familie=Incurvariidae&type=lijst


https://bladmineerders.nl/parasites/animalia/arthropoda/insecta/lepidoptera/monotrysia/adeloidea/incurvariidae/incurvariinae/incurvaria/?lang=nl


https://lepiforum.org/wiki/taxonomy/Adeloidea/Incurvariidae/Incurvariinae/Incurvaria?view=1&regions=nl%2Cbe


 

 

N.B. Dit artikel is voor het grootste deel in 2022 geschreven, maar toen we het op dat moment af hadden, was het destijds naar ons idee te laat om te publiceren omdat de soorten op dat moment niet meer te vinden waren. Dus in 2023 enkele aanvullingen geschreven en alsnog geplaatst.