2022-09-10 Bladmineerdersexcursie NEV Snellen, Swalmen

Bladmineerdersexcursie NEV Snellen in Swalmen

10 september 2022, door Violet Middelman & Remco Vos

 

Op zaterdag 10 september had de NEV Snellen de jaarlijkse bladmineerders en rupsenexcursie gepland. Ditmaal zou het stroomgebied van de Swalm bij Swalmen bezocht gaan worden. Helaas was het na een periode van bijzonder lekker nazomerweer deze zaterdag een miezerige en regenachtige dag. Daardoor waren er wel een aantal afmeldingen, maar toch was er alsnog een mooie groep van 13 personen over die gingen speuren. Al snel kwamen we de eerste mijnen tegen, terwijl we de parkeerplaats nog niet af waren. Er stonden wat lindebomen en daarop vonden we de sporen van de lindemineermot (Stigmella tiliae) en lindeooglapmot (Bucculatrix thoracella). Daarna was het een klein stukje lopen om in het gebied te komen waar we echt wilden gaan zoeken naar de rupsen en mijnen.


Speuren naar mijnen in de regen (foto Violet Middelman)

 

De bladeren van de struiken en bomen werden bekeken en al snel vlogen de namen in het rond van de soorten die we zagen. Bij een kardinaalsmuts werden de bessen bekeken op sporen. De rupsen van de kraagvleugelmot leven in deze vruchten en zorgen er vaak voor dat enkele samengesponnen worden. Ook is de oranjekleurige frass vaak aan de buitenkant van de bes zichtbaar. We vonden meerdere bessen met frass aan de buitenzijde en hebben een enkele bes opengemaakt om te kijken of er een rups in zat en vonden ook direct een aantal rupsen.

 

Kraagvleugelmot - Nephopterix angustella (foto Remco Vos)

 

De imago’s van veel kokermotten (Coleophoridae) zijn op basis van uiterlijk vaak niet op naam te brengen, vaak is dan een preparaat van het genitaal nodig. De kokers zijn in meer gevallen wel op naam te brengen, dit dan door een combinatie van de waardplant en de vorm van de koker en/of de rups. Zo ook een koker die wij op boerenwormkruid tegenkwamen. Op deze plant komen meerdere soorten kokermotten voor, één daarvan heeft voorkeur voor de bloeiende bloemknoppen en een ander voor de uitgebloeide knoppen. De soort die wij zagen zat op de uitgebloeide bloemhoofdjes en dat is de Bruine wormkruidkokermot. Een ander verschil tussen deze soort en de andere soort, de wormkruidkokermot (Coleophora tanaceti) is het moment waarop je de kokers kan vinden. Die van de wormkruidkokermot zijn eerder in het jaar te vinden in juli en augustus, en de kokertjes van de bruine wormkruidkokermot meer in september.


Bruine wormkruidkokermot - Coleophora bornicensis (foto Remco Vos)

 

Al lopend kwamen we terecht in een soort van moestuincomplex en ook daar waren vlinders te vinden. Op de bladeren van een vijg die daar staat zaten de vraatsporen en rupsen van de vijgenskeletteermot. Op het wortelloof zaten twee rupsen van de koninginnenpage, een mooie grote groene en een jonger exemplaar, die nog zwart en wit gekleurd is.


Rups Koninginnenpage - Papilio machaon (foto Remco Vos)

 

Door het herkennen van de sporen die vlinders maken is het daarna vaak makkelijker om bepaalde soorten te kunnen vinden. Neem nu de viervleksteltmot, de rups scheurt een deel van het blad van perzikkruid. Om daar een mooie krul van te maken. Deze soort is ook op andere planten te vinden, zoals grote wederik (Lysimachia vulgaris), duizendknoopkruid (Polygonum) en zuring (Rumex).


Viervleksteltmot - Calybites phasianipennella (foto Remco Vos)

 

De gloriemot is een algemene soort waarvan de mijnen te vinden zijn op melde (Atriplex sp.) en ganzevoet (Chenopodium spp.). De gangmijntjes beginnen klein en zijn kronkelig, later is er veel frass in de mijnen. Die frass is vaak groenig van kleur en ligt in brede bogen in de mijn.


Gloriemot - Chrysoesthia drurella (foto Remco Vos)

 

Op melde en ganzenvoet zijn ook mijnen van een andere soort, de zesvleksmot, te vinden. De jonge rupsjes maken een vrij kort gangmijntje en gaan daarna over tot het maken van een kleine, heldere, blaasmijn. De donkere frass zit in een hoek in de mijn.

Let er wel op dat vrij jonge mijnen van de zesvleksmot en de gloriemot heel erg op elkaar lijken, op dat moment is het bepalen van de soort dus lastig. Gewoon een paar dagen later terugkomen en dan valt het waarschijnlijk wel te zeggen.


Zesvleksmot - Chrysoesthia sexguttella (foto Remco Vos)

 

Op wilg komen meerdere soorten mineerders voor, waarbij sommige de voorkeur hebben voor de breedbladige en andere voor de smalbladige wilgen. Een soort die pas in 2018 voor het eerst gezien is, is de geel-slakkenspoormineermot. Op meerdere bladeren van een smalbladige wilg vonden we meerdere mijnen van deze soort.


Geel-slakkenspoormot - Phyllocnistis valentinensis (foto Remco Vos)

 

Helaas begon het wat harder te regenen rond drie uur in de middag zodat we ‘gedwongen’ werden tot het nuttigen van een versnapering in een nabijgelegen café. Daarna bleek de dreiging van onweer wel dusdanig dat we ook gezien de tijd besloten om naar de parkeerplaats te gaan lopen. In de tuinen vonden we op wat struiken en boompjes nog wat meer mijnen en het aantal soorten wat we deze dag gevonden hadden liep daardoor nog wat op tot net boven de zeventig soorten (nacht)vlinders.


Schuilen voor en genieten door de regen (foto Violet Middelman)

 

Het was een gezellige en leerzame dag en teruggekomen op de parkeerplaats namen we afscheid en ging ieder op pad. Het mooie was dat er door een aantal ‘spontaan’ werd gecarpoold om huiswaarts te keren. We hopen dat er voor de deelnemers weer nieuwe inzichten zijn gekomen hoe soorten te vinden zijn door te letten op de (vraat)sporen en andere details.

 

 

Zie hier voor meer info over o.a. bladmineerders

www.bladmineerders.nl

www.microlepidoptera.nl

www.bladmineerders.be

 

We hebben vandaag nog veel meer soorten gezien, zie hiervoor onderstaand overzicht