2018-05-05 Nachtvlinders Wieksloterweg

Nachtvlinders Wieksloterweg

5 mei 2018, door Violet Middelman


Normale voorjaarstemperaturen, dus na zonsondergang werd het al snel frisjes.

We wisten niet zo goed wat we deze avond konden verwachten. Rond kwart voor tien kwamen de eerste vlinders aangevlogen, maar het bleef vrij rustig op het laken.


Een uurtje later kwam er een mooie micronachtvlinder zitten, een Grijsgevlekte grasmineermot. Geen zeldzaam beestje, maar wel echt een soort van vochtige gebieden, dus helemaal op z’n plek hier. Ze hebben een spanwijdte van 10-12 mm (van linkervleugelpunt tot rechtervleugelpunt dus),  echt klein, maar wel super mooi!


Grijsgevlekte grasmineermot – Elachista maculicerusella (foto Remco Vos)


Er kwamen een paar blokspanners op het laken zitten, en in het weekeind van de vrijheid zochten ze elkaars gezelschap op om open en bloot intieme zaken te verrichten.

In dit geval betrof het de Lichte blokspanner, een soort die op de Rode Lijst als bedreigd staat vermeld. Door de donkergrijze band in het wortelveld van de voorvleugel zijn ze goed te onderscheiden van andere soorten.


Lichte blokspanner - Lobophora halterata (paring) (foto Remco Vos)


Natuurlijk zijn er nachtvlinders met prachtige kleuren en tekening, maar de soorten met mooie, tot de verbeelding sprekende namen mogen ook niet ontbreken. De onderstaande soorten zijn niet zeldzaam, maar zeg nou zelf, die namen zijn toch prachtig! Enneh, de vlinders zelf zijn trouwens ook prachtig!

De Dromedaris staat als ‘gevoelig’ op de Rode Lijst, de Draak als ‘kwetsbaar’, het Kroonvogeltje en het Papegaaitje staan gelukkig als ‘niet bedreigd’.


Dromedaris – Notodonta dromedarius & Draak – Harpyia milhauseri (foto Remco Vos)

Kroonvogeltje – Ptilodon capucina & Papegaaitje - Chloroclysta siterata (foto Remco Vos)


In Nederland hebben we verschillende soorten oogspanners. Deze avond hadden we een Gele oogspanner op het laken, door de 3 dwarslijnen over de voorvleugels en de lijn bij de franje redelijk makkelijk te onderscheiden van de rest van zijn familieleden.


Gele oogspanner – Cyclophora linearia (foto Remco Vos)


We zeggen wel eens dat we vierkante ogen krijgen als we meerdere uren achter tv of PC hebben gezeten, dus we vragen ons af of de Vierkantoogbladroller daar ook problemen mee heeft. De naam van deze vlinder verwijst echter naar een vlekje in de vleugelpuntzone. Maar of dat vlekje dan rond of vierkant is…


Vierkantoogbladroller – Epinotia tetraquetrana (foto Remco Vos)


Waar sommige soorten nachtvlinders lastig op naam te brengen zijn, zijn er gelukkig ook soorten waarbij het enorm eenvoudig is. Neem de Gerande spanner, ook al zijn ze zeer variabel wat tekening betreft, het kan eigenlijk alleen maar een Gerande spanner zijn als je goed kijkt. Het is een algemene soort, maar de variatie bij deze vlinders maakt ze altijd interessant om te zien.


Gerande spanner – (3x) - Lomaspilis marginata (foto Remco Vos)


Als we zeer kleine vlindertjes op ons laken krijgen zijn we altijd blij. OK, ze zijn soms heel lastig om goed op de foto te krijgen, maar ze zijn vaak zo ontzettend mooi als je ze op een groot scherm terug ziet. Neem bijvoorbeeld de Berkenvouwmot, deze soort heeft een spanwijdte van 7-9 mm dus is van kop tot kont zo’n 4 mm groot (klein). Maar kijk eens hoe prachtig ze zijn!


Berkenvouwmot – Phyllonorycter ulmifoliella (foto Remco Vos)


Met een spanwijdte van 14 tot 18 mm is de Berkengalmot net iets groter, maar ook dat houdt niet over hoor! Deze soort staat als zeldzaam te boek, maar het zijn dan ook wel onopvallende beestjes. Ze zijn donker van kleur, weinig tot geen tekening op de vleugels, wat het lastig maakt om te determineren. Het gele kapsel is een hulpmiddel, maar daarmee ben je er nog niet, het gaat om het ‘grote’ geheel. Nog een kleine slag om de arm dus.


Berkengalmot – Lampronia fuscatella (foto Remco Vos)


Ondanks de frisse avond hebben we toch best nog wel veel soorten op het laken gehad, alleen de pijlstaarten misten we. Maar swoit, met een kleine 50 soorten op deze avond is toch niet slecht te noemen, en dan zaten er ook nog hele mooie soorten bij.


Gewone dennenknopmot – Pseudococcyx turionella (foto Violet Middelman)


Na deze lok-sessie reden we nog even langs het huis van mijn moeder, aan de bosrand van Soest. Daar hadden we de vlinderval aangezet, wat zou daar op af gekomen zijn? Er zaten best veel vlinders in en om de val, leuk! ’s Nachts hebben we alleen de vlinders buiten de val op foto gezet, de volgende ochtend hebben we gekeken wat er nog in de val zat. De mooiste soort was toch wel de Lindepijlstaart!


Lindepijlstaart - Mimas tiliae (foto Remco Vos)