Zwart weeskind - Mormo maura

Het zwart weeskind - Mormo maura

21 februari 2024, door Violet Middelman & Remco Vos

 

Het zwart weeskind is een van de grootste uilen (Noctuidae) die in Nederland te vinden is. De imago’s hebben een voorvleugellengte van 30 tot 36 mm. De rupsen kunnen tot zo’n 70 mm groot worden.
Het was tot 2000 – 2005 een vrij zeldzame soort en ze werden voornamelijk gezien in (Zuid-)Limburg en op enkele andere plekken tot Midden-Nederland. Maar sindsdien is de verspreiding heel hard gegaan en is de soort inmiddels in heel Nederland gezien en een vrij algemene verschijning geworden. De noordelijke provincies blijven op dit moment nog wat achter in de waarnemingen, maar waarschijnlijk zal het daar de komende jaren ook een algemene soort gaan worden.


Imago op smeer (foto Remco Vos)


De vliegtijd van het imago is van juni tot in oktober, met een piek in juli. Ze komen matig op licht, maar zijn wel verzot op smeer. Vaak zien we ze wel langs vliegen als de lamp aanstaat bij het laken, maar ze gaan er meestal niet op zitten. De makkelijkste manier om de imago’s te vinden is door de bomen te besmeren met een mengsel van (appel)stroop, jam, fruit en alcohol of bespuiten met een wijn/suikermengsel. Dat wordt wel door ze gewaardeerd, ze komen er graag op af en gaan lekker zitten snoepen van het mengsel. Om te rusten zoeken ze vaak donkere plekken uit zoals schuren en kun je daar tegen de wanden of plafond aantreffen.


Imago op smeer (foto Remco Vos)


 

Close-up van imago (foto Violet Middelman)

 

De vrouwtjes zetten in de vliegtijd de eitjes af op de waardplanten, zoals klimop en diverse kruidachtige planten, zoals zuring, dovenetel en vogelmuur. (bron vlindernet) . De rupsjes komen wat later uit en gaan in het begin vaak vreten van de planten. Begin december 2023 vonden wij op klimop, in onze tuin, meerdere kleine rupsjes die van de jonge blaadjes aan het knagen waren, en zagen we ze ook op de uitgebloeide bloemhoofdjes zitten. Ook in januari en februari vonden wij op avonden met hogere temperaturen de rupsen foeragerend van de klimop.


Foto vraatspoor en jonge rups in het najaar (16 dec. 2023) (foto Remco Vos)

 

Na de overwintering zijn in het vroege voorjaar, maart-april, de inmiddels wat grotere rupsen in de avond redelijk makkelijk te vinden op de klimop. Ze kunnen tot 70 mm groot worden en vallen daardoor ook wel aardig op. Door eventueel overdag te zoeken naar de vraatsporen in de bladeren en eventuele keuteltjes rupsenpoep op de grond. Als je die vindt kan je bij die struiken in de avond op zoek gaan naar de rupsen. Door met een goede zaklamp, of UV-lamp, te schijnen op de bladeren en takjes zie je de rupsen vaak zitten. Je kunt ze soms ook vinden door te letten op de vraatsporen en dan aan de onderzijde van het blad kijken.


De rupsen zijn na de overwintering ook op andere planten/bomen te vinden, zoals meidoorn, sleedoorn, wilg en berk (Voogd, 2019)

 

Rups met de keuteltjes op de grond. (dd. 13 april 2022) (foto Remco Vos)


Vraatsporen aan de bladeren (foto Remco Vos)

 

Rups na de overwintering (dd. 16 april 2023) (foto Remco Vos)



Een volgroeide, en klaar voor verpopping zijnde, rups en een pop (4 mei 2023) (foto Remco Vos)


Rups vlak voor verpopping, er wordt gebouwd aan een cocon (4 mei 2022) (foto Remco Vos)


De rups is verpopt en zit in de cocon (dit is een in kweekkooi, in een normale situatie vindt de verpopping plaats in de strooisellaag, achter schors of in muurspleten. (4 mei 2022) (foto Remco Vos)



Hieronder nog meer foto's van de rupsen, imago's en vraatsporen. 
(Klik op de foto voor groter formaat)