2014-05-25 Groot wild op De Stompert


Groot wild op De Stompert

25 mei 2014, door Violet Middelman


Het was weer tijd voor een vlinderinventarisatie op De Stompert. Naast vlinders kwamen we, zoals gewoonlijk, ook weer andere beestjes tegen. Gezien de namen van de beestjes kunnen we spreken van een echte ‘wildsafari’, en dat gewoon hier om de hoek.


We begonnen met een Gemsmot. De naam doet vermoeden dat we het hier over een dier met een mooi gewei hebben, maar niets is minder waar. We hebben het hier over een microvlindertje van ongeveer een centimeter groot. Een ukje in vergelijking met de(altijd indrukwekkende) Meikevers die we tegen kwamen.


Gemsmot -  Pleurota bicostella (Remco Vos)


Tijdens het speuren naar rupsen, vlinders en ander moois kwam er iets langs gevlogen. Het was een insect dat deed denken aan een juffertje (libel) maar de vleugels bewogen een beetje vreemd, bijna vlinderachtig. Het was me gelijk duidelijk, het was een Mierenleeuw!

De Mierenleeuw dankt zijn naam aan zijn leven als larve. In het onvolwassen stadium maakt de larve een kuiltje in het zand, en onderaan het ‘trechtertje’ zit de larve op wacht. Bij voorkeur zitten ze onder een overhangend richeltje langs het pad.

In het kuiltje komen onoplettende beestjes terecht, en niet opletten kan dodelijk zijn. De beestjes vallen in het kuiltje en kunnen door het losse zand niet meer uit het kuiltje komen. De Mierenleeuw slaat dan als een leeuw toe vanuit zijn holletje.

Mierenleeuw - Myrmeleon formicarius  (foto Violet Middelman)


Leven en dood, het hoort er bij in de natuur, eten en gegeten worden. We hebben veel lijkjes zien hangen van Hageheld-rupsen, uitgezogen door parasitaire sluipwespen. En hoe sneu ook voor die rupsen, het levert wel weer mooie sluipwespen op!

Sluipwespen zaaien dood en verderf onder de rupsen, maar vogels kunnen er natuurlijk ook wat van. Rupsjes zijn een niet te versmaden bron van voedingsstoffen, en zeker met een nest jongen worden er heel wat rupsen verorberd. Daarom leggen vlinders ook veel eitjes, vaak vele tientallen.

Hieronder een Kleine nachtpauwoog waarvan het lichaam door een vogel of een vleermuis is opgepeuzeld.


Nachtpauwoog - Saturnia pavonia (foto Peter van der Wijst)


Door het zeer mooie, warme voorjaar liep de natuur een paar weken voor op normaal. Dat gold ook voor de vlinders. Normaal gesproken is er in juni een ‘vlinder-dip’, een periode met weinig rondvliegende dagvlinders. Dat komt omdat de eerste generatie dagvlinders eitjes heeft gelegd. De vlinders gaan dood en de eitjes worden rupsjes. In die periode zie je dus weinig vlinders vliegen, want nu zijn nu bijna allemaal ei of rups. De 2e generatie van de Citroenvlinders vloog al wel weer volop, maar de Kleine vos hieronder was één van de laatsten van de 1e generatie.


Kleine vos - Aglais urticae (foto Remco Vos)


Naast de insecten met een zoogdierennaam zoals Gemsmot, Mierenleeuw en Kleine vos kwamen we ook nog beertjes tegen. Een geel vlindertje  genaamd Geel beertje vloog voorbij en we zagen 2 rupsen van het Streepkokerbeertje in de heide hangen. 

Streepkokerbeertje - Eilema complana (foto Remco Vos)


Al 2 maanden lang vliegen er veel Gewone heispanners boven de heide. We kijken eigenlijk nog amper naar ze om. Nu moesten we toch weer een beetje beter gaan kijken, want de Gestreepte bremspanner zou ook kunnen vliegen. Deze soort is iets groter dan de Gewone heispanner, maar heeft een beetje dezelfde kleuren en vliegt ook boven de hei. Er werd een vlinder gezien die af leek te wijken van de Gewone heispanner, alleen bleef het beestje maar vliegen zodat we niet goed konden zien wat voor vlinder het was. Uiteindelijk kon de vlinder met een vlindernet gevangen worden waarna we hem in een potje goed konden bekijken. Ja hoor, het was een Gestreepte heispanner. Nadat hij goed op de foto was gezet kreeg hij zijn vrijheid weer terug. Dat het een mannetje is blijkt trouwens uit de geveerde antennes.

Gestreepte bremspanner - Perconia strigillaria (foto Remco Vos)


Naast de geparasiteerde rupsen en de dode vlinder van de Kleine nachtpauwoog zagen we ook een zielige Citroenvinder op het pad liggen. Deze was waarschijnlijk door een vogel gegrepen want hij miste een voorvleugel en zijn halve achterlijf… Ook vonden we een dode Witte tijger, waarvan de naam veel indrukwekkender klinkt dan dat het beestje in werkelijkheid is.

Witte tijger - Spilosoma lubricipeda (foto Remco Vos)


Zie voor meer foto’s:


Peter van der Wijst


Remco Vos en Violet Middelman



En als toetje een foto van een Hondsdraf aangetast door de Hondsdrafbesjesgalwesp, ook wel het Hondsdrafsnoepje genoemd.

Hondsdrafsnoepje - Liposthenes glechomae (foto Violet Middelman)