Kleine parelmoervlinder

Kleine parelmoervlinder - Issoria lathonia


Voorkomen: Een schaarse standvlinder die voorkomt in de hele kuststreek. Vooral in de zomermaanden kan de kleine parelmoervlinder over grote afstanden zwerven; vandaar dat hij ook af en toe op verschillende plaatsen in het binnenland wordt gezien. Vaak te vinden op open pioniervegetaties en schrale droge warme graslanden met kale grond.


Uiterlijk: De bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte stippen; in vlucht is dit stippenpatroon tamelijk opvallend. De onderkant van de achtervleugel heeft opvallende, grote ovale zilverkleurige vlekken. De vleugelvorm is enigszins hoekig.

 

Voorvleugellengte: 19-23 mm

 

Foto’s


Gelijkende soorten: Rotsvlinder

 

Vliegtijd: Begin april-eind oktober in drie of soms vier, elkaar overlappende generaties.Circa 90% van de vlinders is waargenomen tussen 21 april en 5 oktober, waarbij de grootste aantallen in juli en augustus vlogen.

 

Rups: De rups is vrijwel het hele jaar aanwezig. De soort overwintert als halfvolgroeide rups onder in de vegetatie. De verpopping vindt plaats aan een stengel of aan de onderkant van een blad in een los spinsel vlak boven de grond.

 

Waardplanten: Diverse soorten viooltjes, waaronder vooral duinviooltje, akkerviooltje en driekleurig viooltje.


Nectarplanten: De vlinders voeden zich met nectar van verschillende planten, eerst vooral viooltjes en later ook koninginnenkruid en slangenkruid. De vlinders zonnen veel op open plaatsen op de grond of op een muur, maar vliegen snel weg als ze te dicht benaderd worden.

 

Locaties in Eemland: Toevalstreffer(?), Op Hees en Soest-zuid.

 

Link:

Vlindernet

 

Bron: www.vlindernet.nl