Vlinders Eemland
Een geweldige avond op de Paltz
1 juni 2025, door Violet Middelman & Remco Vos
Een avondje nachtvlinderen blijft altijd onvoorspelbaar; je weet immers nooit of de weersvoorspelling juist is, of de verwachte/gebruikelijke soorten op het laken komen of niet; of er veel onverwachte soorten komen. Kortom je weet vooraf nooit hoe zo’n avond zal verlopen. Je kunt wel hopen op veel soorten en aantallen, maar soms kan het tegenvallen.
Voor zaterdagavond 31 mei 2025 leken de voorspellingen ideaal, de dag zou warm verlopen met een temperatuur van zo’n 25 graden en in de avond/nacht zou de temperatuur niet verder dalen dan zo’n 17 graden. Het zou zo goed als windstil zijn en droog blijven, dat lijken dus perfecte omstandigheden voor een mooie nachtvlindernacht. Maar ja, komt het allemaal op een avond zo uit?
Vaak kunnen we genieten van mooie zonsondergangsluchten als we op de Paltz staan, maar dat was nu door de bewolking niet mogelijk. Maar die bewolking zou deels de reden zijn van de geringe daling van de temperatuur. We waren mooi op tijd aanwezig en hebben rustig de tijd genomen om het laken op te zetten. Zo hadden we ook nog even de tijd om vooraf even wat struiken en bomen af te speuren. Dat leverde al enkele soorten op, waaronder de breedgehaakte hermelijnbladroller.
Imago van de breedgehaakte hermelijnbladroller – Notocelia trimaculana (Foto Remco Vos)
Even na tien uur deden we de lampen aan en al snel kwamen de eerste beestjes op het licht af. Meestal zijn dat vliegjes en mugjes, vaak is dat een indicatie hoe de avond zal gaan verlopen. Blijft het laken redelijk leeg aan het begin, dan zal dat ook zo met de vlinders zijn. Zit het vrij snel aardig vol met ander gespuis, dan zal op de meeste avonden ook het laken goedgevuld zijn met vlinders. Althans dit is in ieder geval onze ervaring.
De eerste vlindertjes kwamen ook al snel op het laken zitten en gestaag werd het steeds meer gevuld. Natuurlijk kwam de groene eikenbladroller (Tortrix viridana), een van de talrijkste soorten vlinders op dit moment, als een van de eerste soorten. Er volgden meer vlinders waaronder een forse, roze gekleurde, pijlstaart, meestal is dat het groot avondrood (Deilephila elpenor), maar deze leek kleiner. Net nadat ze aankomen zijn ze vaak heel onrustig en na enige tijd kwam deze tot rust en ging op het laken zitten om er tijd het eind van de avond niet meer vanaf te komen. Het bleek een klein avondrood te zijn, deze zien wij toch wel aanzienlijk minder vaak dan het groot avondrood. Uiteindelijk zaten er 3 exemplaren op het laken en liet de grote verstek gaan deze avond.
Imago van het klein avondrood - Deilephila porcellus (foto Remco Vos)
De vlinders bleven maar ‘binnenstromen’ op het laken en binnen een uur zaten er al bijna 50 soorten op het laken. Dit zou inderdaad wel eens een goede avond kunnen worden. Maar ja er kan nog van alles gebeuren, zoals een plotselinge onweersbui of regen. Dat was ons al vaker overkomen dus juichen we nooit te vroeg. Tussen de vele kleine groene eikenbladrollertjes zat een ander klein groen vlindertje, de kleine groenuil (Earias clorana). Deze lijkt er best wel op, maar door de net iets andere houding en een klein wit randje van de vleugel, valt deze wel op tussen de anderen. Het was een soort die we op de Paltz nog niet eerder gezien hadden. Maar er zat ook een klein langsprietmotje op het laken, en het was geen geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella), die op dit moment veel te zien is, want die soort is groter. Maar het was wel een bekende soort voor ons, hier en op de Vliegbasis Soesterberg hadden we deze al eens gezien. Het was de geoogde langsprietmot, een zeldzame soort welke als waardplant gewone zilverspar (Abies alba) heeft.
Imago van de geoogde langsprietmot - Nemophora ochsenheimerella (foto Remco Vos)
Niet alleen de vlinders bleven ‘binnenstromen ‘, ineens kwamen er een paar lichtjes op ons afgereden. Er kwam een soort van golfkarretje aan en twee BOA’s van het Utrechts Landschap stapten uit. Gelukkig wisten ze wat we aan het doen waren en één van de twee herkende ons nog van vorig jaar. We hadden even een kort gesprekje, en de vlinders bleven maar op het laken komen. Naast al het vlindergeweld liep er ook een forse kever op pad. Wauw, een vrouwtje van de zeldzame neushoornkever. Prachtig om deze weer eens te zien, en dan zijn de mannetjes nog indrukwekkender met hun grote hoorn.
Vrouwtje van de Neushoornkever - Oryctes nasicornis (foto Remco Vos)
Rond half één zaten we al op de 100 soorten, maar inmiddels was het licht gaan regenen en even later begon het op redelijk korte afstand van ons te onweren. Zou de bui doorzetten en het onweer onze kant opkomen?
Dit soort momenten geven vaak wel een boost aan de vlinders, op de één of andere manier vinden ze lichte regen niet erg en dan komen ze soms nog beter op het licht af dan anders. Ook zo’n onweersfront zorgt soms voor een stuwing van vlinders. Na een paar korte buitjes en enkele donderslagen die nog iets dichterbij waren dan de andere was het gelukkig al; redelijk snel over en bleef het verder tot het eind toe droog. Bij het wegstappen vanaf het laken stapte ik (Remco) bijna ergens op, want net naast het grondlaken zat een mooie grote vlinder, de grauwe monnik. Een soort die we pas enkele malen gezien hebben in Soest, waaronder tweemaal op de Vliegbasis Soesterberg. De waardplanten van deze toch wel forse soort zijn allerlei kruidachtige planten, zoals melkdistel, paardenbloem, streepzaad en havikskruid. Dat zou je ergens toch weer niet verwachten van zo’n grote soort vlinder.
Imago van de Grauwe monnik - Cucullia umbratica (foto Remco Vos)
Voor zover wij weten staat er op de Paltz geen slangenkruid (Echium vulgare), wel is dit in omliggende gebieden te vinden; in ieder geval op de Vliegbasis Soesterberg en De Stompert. Daar hebben we al diverse soorten nachtvlinders gevonden die slangenkruid als waardplant hebben. Maar deze avond kwamen er drie soorten op het laken die deze plant als waardplant hebben.
De grote zwartwitmot (Ethmia bipunctella)hebben we hier al eens eerder gezien, maar de zeldzame dwerglepelmot (Tinagma ocnerostomella) en de vierpuntzwartwitmot zagen we deze avond hier voor het eerst.
Imago van de vierpuntzwartwitmot - Ethmia terminella (foto Remco Vos)
Zoals je net al hebt kunnen lezen zagen we deze avond al veel nieuwe soorten voor ons op de Paltz, maar daar bleef het niet bij. Zo zagen we eveneens de blauwbandspanner (Cosmorhoe ocellata) en de variabele grasuil (Apamea crenata) hier voor het eerst. Beide soorten zijn (vrij) algemeen, de blauwbandspanner heeft als waardplant walstro (Galium) en de variabele grasuil diverse soorten grassen, zoals kropaar (Dactylis glomerata), ruwe smele (Deschampsia cespitosa), rietgras (Phalaris arundinacea) en pijpenstrootje (Molinia caerulea). Beide soorten hebben we in eerdere jaren al meerdere malen in vele andere gebieden gezien, in tegenstelling tot een andere soort, de drievlekspanner, die we deze avond zagen. Deze soort hebben we pas sinds vorig jaar op enkele plekken gezien. In 2024 tweemaal en dit is voor dit jaar al het derde exemplaar.
Dit is een soort die sinds 2014 vanuit het zuiden is opkomen zetten en alleen in de noordelijke provincies (Noord-Holland, Flevoland, Overijssel, Drenthe, Friesland, Groningen) wordt deze soort nog niet veel gezien. De waardplant van deze soort is populier (Populus sp.), ook een boom die, als die al op de Paltz staat, er niet in grote aantallen zal staan.
Imago van de drievlekspanner - Stegania trimaculata (foto Remco Vos)
De satijnvlinder zien we sinds 2019 ook bijna elk jaar wel, maar dan wel maar enkele exemplaren per jaar en ook deze soort hadden wij niet eerder op de Paltz gezien. Populier is voor deze soort ook de waardplant en soms ook wilg (Salix sp.), dus is dit een voorbijganger of zal het een vaste gast worden voor de Paltz? Er kwamen deze avond 2 exemplaren op het licht af, dus wellicht toch een populatie op de Paltz of ergens in de omgeving?
Imago van de satijnvlinder - Leucoma salicis (foto Remco Vos)
Een andere soort die we eerder wel in meerdere gebieden in Eemland gezien hadden, maar nog niet op de Paltz is de geellijnsnuituil. Leuk om weer een nieuw gebied toe te kunnen voegen waar deze vlinder voorkomt. Het is een vrij zeldzame soort die in de duinen en op de zandgronden in het binnenland te vinden is. De waardplanten zijn tamme kastanje (Castanea sativa), eik (Quercus sp.) en beuk (Fagus sylvatica). Al deze drie soorten bomen komen, in grote getale, voor op de Paltz.
Imago van de geellijnsnuituil - Trisateles emortualis (foto Remco Vos)
Er kwam nog steeds geen einde aan de nieuwe soorten vlinders voor de avond, rond half drie hadden we de grens van 150 soorten inmiddels gehaald, maar zin om te stoppen hadden wij, en de vlinders, nog niet. Twee soorten die je niet op de Paltz zou verwachten zijn de rietmot (Chilo phragmitella) en de rietsnuitmot (Schoenobius gigantella). Op de Paltz is weinig tot geen water te vinden en op de naastgelegen Vliegbasis Soesterberg zijn wel enkele oude blusvijvers aanwezig, dus wellicht dat ze daarvan zijn gekomen. Beide soorten hadden we hier nog niet eerder gezien, en een andere soort die we deze avond voor het eerst op de Paltz zagen, was de armbandmot. Een zeldzame soort, welke wij zelf ook maar enkele malen in Eemland gezien hebben. De vliegtijd van deze soort is van midden mei tot in augustus. De waardplant is eik, een boom die vrijwel overal voorkomt, dus zou deze vlinder echt wel zo zeldzaam zijn? Mogelijk komt deze soort pas later in de nacht op licht en daardoor wellicht niet gezien wordt?(*) Of zijn er andere redenen waarom deze soort zo weinig gezien wordt?
Imago van de armbandmot - Elegia similella (foto Remco Vos)
Een soort die voornamelijk in het westelijke en noordelijke deel van Nederland voorkomt, en ook wel in het binnenland gezien wordt, is de witvlekkruidenmot. Het is een algemene soort maar niet voor onze regio, daar is deze pas enkele malen aangetroffen. Ook voor de Paltz was dit dus een nieuwe soort. De vlinders vliegen in juni en juli en komen goed op licht af. De rupsen leven op diverse kruidachtige planten, zoals andoorn (Stachys), bosbingelkruid (Mercurialis perennis), zuring (Rumex), brandnetel (Urtica) en hop (Humulus lupulus) (*). Drie van de vier soorten zijn zeker te vinden op de Paltz, dus ergens wel mogelijk dat deze soort hier voor kan komen. Het was ook voor deze soort de eerste dat we deze hier aantroffen.
Imago van de witvlekkruidenmot - Udea olivalis (foto Remco Vos)
De gevlamde uil is een soort die we al wel vaker op de Paltz gezien hebben, maar ditmaal deze lang op zich liet wachten. Pas om kwart voor drie zat er eindelijk een exemplaar bij het laken. Het is een prachtige en zeldzame vlinder, die wij gelukkig hier en op de nabijgelegen gebieden de Stompert en de Vliegbasis Soesterberg al meerdere malen gezien hebben. De waardplanten zijn Sint-janskruid (Hypericum) en hokjespeul (Astralagus). Die laatste soort komt in onze omgeving bijna niet voor, dus moet de soort hier wel op Sint-Janskruid voorkomen. De rupsen zijn te vinden in de periode van juni tot september, en de imago’s vliegen van begin mei tot eind augustus in twee generaties. Dus wellicht zien we deze de komende maanden weer.
Imago van de gevlamde uil - Actinotia polyodon (foto Remco Vos)
Uiteindelijk deden we zo rond kwart over drie het licht uit en was de uitkomst dat we deze avond 170 soorten nachtvlinders gezien hebben. Dit zijn avonden die we in sinds 2014 nog niet vaak mee hebben gemaakt, en eigenlijk hopen we in de toekomst meer van dit soort avonden nog vaak mee te maken. Maar het is gewoonweg geluk hebben door op het juiste moment en onder de juiste omstandigheden met de lichtopstelling op een goede locatie te staan. Vaak is dat niet mogelijk door andere verplichtingen, maar gelukkig was het deze keer wel ons geluk om zo’n geweldige nachtvlinderavond mee te mogen maken.
Imago van de pronkpalpmot - Pseudotelphusa scalella (foto Remco Vos)
Geraadpleegde bronnen o.a.
B. Goater, 1986, British Pyralid Moths.(*)
Imago van de schijnnonvlinder - Panthea coenobita (foto Remco Vos)