Jaarverslag Libellengroep 2013

Jaarverslag Libellengroep 2013 

Door Jelly Lamsma en Dick Nagelhout


In totaal zijn 18 keer routes gelopen op de Stulp waarvan 16 alleen door de Libellenwerkgroep en 2 door de Vlinderwerkgroep als geheel. Weersomstandigheden en in bepaalde mate gezondheidsproblemen zijn er de oorzaak van dat er minder libellenroutes zijn gelopen; vorig jaar waren het er namelijk 22. Niettemin zijn er in totaal meer libellen geteld door het IVN dan vorig jaar, in totaal ruim 2700 vergeleken met 2370 in 2012. Bedacht moet echter worden dat het deels ook schattingen zijn. En dat die schattingen ook weer beïnvloed worden door de weersgesteldheid tijdens de monitoring. Het gebied zit met dit aantal landelijk gezien in de hoogste categorie wat talrijkheid betreft. Pluismeer en Gentianenven zijn de gebieden van de grote aantallen. In een paar uur zie je hier bijvoorbeeld gemakkelijk 200 bruinrode heidelibellen (Sympetrum striolatum) en soms kun je er honderden viervlekken (Libellula quadrimaculata) zien vliegen.


Viervlek - Libellula quadrimaculata (foto Dick Nagelhout)


Met name in het koude voorjaar hadden de juffers en libellen geen zin het water uit te komen en toen ze dat - 2 à 3 weken later dan anders - eind mei / begin juni wel gingen doen, was dat in lagere aantallen. Dit geldt overigens ook voor de landelijke waarnemingen. Ik begon te vrezen dat alle factoren bij elkaar en misschien ook de verandering van de zuurgraad en vertrapping door koeien ervoor hadden gezorgd dat de venwitsnuitlibel (Leucorrhinia dubia) - de kwetsbaarste van de twee witsnuitlibellen op de Stulp - helemaal niet meer uit zou sluipen. Gelukkig kwamen ze toch nog eind mei / begin juni uit het water, hoewel in aanzienlijk mindere mate dan vorig jaar en ook vergeleken met de landelijke cijfers. Maar de Stulp is de populatie van deze soort gelukkig niet kwijt, we hebben er 22 geteld in drie routes.


Venwitsnuitlibellen - Leucorrhinia dubia (foto Dick Nagelhout)


Toen het dan eindelijk zomer werd kwamen wel grotere aantallen van de zogenaamde zomerlibellen voor. Er zijn 22 zich voortplantende soorten libellen en juffers op de Stulp aangetroffen, ongeveer evenveel als in 2012. Daarmee hoort dit gebied in categorie 4 op een schaal van 5. Er zijn geen soorten verdwenen maar helaas zijn er ook geen nieuwe soorten bijgekomen. Als het Nonnenland meegerekend wordt wel, want hier is de zwervende pantserjuffer gezien. Maar voor een juiste vergelijking moet je deze eigenlijk niet meetellen want we hebben in voorgaande jaren daar niet geteld! De koraaljuffer (Ceriagrion tenellum) en de gevlekte witsnuitlibel (Leucorhinia pectoralis) - beide rode lijstsoorten - zijn tot nu toe zwervers gebleken.


Zwervende pantserjuffer - Lestes barbarus (foto Dick Nagelhout)


Dit jaar heb ik vaak met een fotograferend IVN werkgroeplid en met name met Dick Nagelhout gelopen. Het mes sneed daarbij aan twee kanten. De meeste ingevoerde libellen op waarneming.nl konden van foto’s worden voorzien en werden daardoor officieel goedgekeurd. En Dick wist aan het eind van het seizoen vele libellen te herkennen. Ook IVN gids - toen in opleiding - Alma Dijkgraaf was met haar toestel regelmatig aanwezig in verband met haar werkstuk ‘De Stulp door de ogen van de vuurjuffer’.


Vuurjuffer - Pyrrhosoma nymphula (foto Dick Nagelhout)


Alma heb ik voor het onderdeel libellen begeleid. Zij gaat zich volgend seizoen ook actief inzetten voor libellen. Vanwege bovengenoemde gezondheidsproblemen van mij, zijn andere vlinderwerkgroepleden afgelopen seizoen nauwelijks uitgenodigd om mee te lopen. Volgend jaar hoop ik dit weer op te kunnen pakken, zeker omdat Dick Nagelhout en ik de Stulp samen gaan inventariseren. We hebben allebei een betredingsvergunning van Staatsbosbeheer gekregen en mogen mensen meenemen.


Watersnuffel - Enallagma cyathigerum (foto Dick Nagelhout)


In andere gebieden waar we als Vlinderwerkgroep lopen (met name De Stompert, het Monnikenbos, De Paltz, het Soesterveen en De Wiek) hebben we de libellen ook geïnventariseerd. Daar vlogen geen andere soorten en de aantallen waren lager.


Op de libellenroutes kijken we ook naar de vlinders. We zagen in 2013 67 dagvlinders, verdeeld over 10 soorten. Het ging vooral om kleine vos, kleine vuurvlinder en citroenvlinder. Ter vergelijking: in 2012 zagen we 58 vlinders verdeeld over 15 soorten. Wat opviel? Ongeveer zelfde aantal verdeeld over minder soorten. Ook hebben we 7 soorten nachtvlinders geregistreerd, waaronder de zeldzame geelpurperen spanner (Idea muricata).


Heideblauwtje - Plebejus argus (foto Dick Nagelhout)


Tot slot was het een voorrecht om op de Stulp libellen en alles wat we verder tegen kwamen te mogen inventariseren en te beleven.