Keizersmantel

Keizersmantel - Argynnis paphia


Voorkomen: De keizersmantel verdween rond 1980 uit Nederland als standvlinder. Wel werd de soort als zwerver nog regelmatig gezien. Sinds enkele jaren heeft de soort zich weer gevestigd, onder meer in de duinen, de Achterhoek en Zuid-Limburg.


Uiterlijk: Het mannetje van deze grote oranje vlinder heeft op de bovenkant van de voorvleugel dikke zwarte geurstrepen die langs de aders lopen. Sommige vrouwtjes hebben in plaats van een oranje een geelachtig grijze bovenkant. De onderkant van de achtervleugel is groenachtig met witte strepen, maar zonder witte parelmoervlekken.

 

Voorvleugellengte: 27-35 mm

 

Foto’s


Gelijkende soorten: Grote parelmoervlinder

 

Vliegtijd: Eind juni-begin september in één generatie.

 

Rups: Eind augustus-begin juli. De soort overwintert als pas uitgekomen rups op de schors tussen mossen.

 

Waardplanten: Diverse soorten viooltje, vooral bosviooltje en maarts viooltje.


Nectarplanten: De vlinders voeden zich met honingdauw en met nectar van planten die in de bosrand groeien, zoals koninginnenkruid en distels.

 

Locaties in Eemland: Een sporadische voorbijganger

 

Link:

Vlindernet

 

Bron: www.vlindernet.nl